Je hebt vast wel eens gehoord van ‘innerlijke kinderen’. Wat zijn dat eigenlijk? Hoe herken je ze? Hoe kun je met ze werken? ‘Innerlijke kinderen’ zijn als ervaring meer reëel dan je misschien denkt…
Een eerste verkenning: serieus nemen van ongemak
Stel je voelt je prima, je functioneert goed, je bent tevreden over je leven. Maar zo nu en dan doen zich situaties voor waarin je je ineens ongemakkelijk gaat voelen. Je krijgt bv. een vraag voorgeschoteld en je weet geen goed antwoord te geven. Of er wordt iets van je verlangd en je kunt het gewoon niet. Dit zijn typisch van die situaties waarin je je dom kunt gaan voelen, onbekwaam, klein tegenover de ander die groter lijkt te worden. Je gaat je schamen om wie en wat je bent, je voelt je heel ongemakkelijk omdat je het idee hebt dat je eigenlijk zou moeten kunnen wat van je gevraagd wordt.
Meestal probeer je zo snel mogelijk uit dit soort ongemak te komen, bv. door de ander af te leiden met een tegenvraag, of te doen alsof je je helemaal niet ongemakkelijk voelt. Hoe zou het zijn om even wat langer bij dat gevoel stil te staan? Dat geeft je de mogelijkheid om dat gevoel zelf te onderzoeken. Een vraag die je jezelf dan kunt stellen is: “Hoe oud voel ik me nu eigenlijk?” Het lijkt een rare vraag, maar als je zonder al te veel na te denken een associatie in jezelf op voelt komen, wees dan niet verbaasd dat je een leeftijd noemt van 15 jaar, of 4 jaar of 2 jaar of zelfs jonger: een baby van een paar weken oud.
Als je dit serieus neemt, dan wordt je ongemak misschien beter te begrijpen. Als je je nl. als een jong kind voelt, is het logisch dat je je klein voelt en onbekwaam, dat je je schaamt om je onvermogen, dat je anderen als groot, meer volwassen en misschien ook als overweldigend ervaart.
Wat gebeurt eigenlijk in zo’n situatie?
Het innerlijk kind toont zich als een complete ‘gestalte’
In de hersenen zijn allerlei herinneringen opgeslagen van vroegere gebeurtenissen. Sommige daarvan, m.n. de moeilijke en meer traumatische ervaringen, zijn als aparte circuits opgeslagen in het deel van het (limbische) brein dat de hypocampus wordt genoemd. In zijn boek ‘Instinctive Intelligence’ beschrijft Ted Usatynski hoe ongemakkelijke situaties in het heden lastige ervaringen die als herinnering in de hypocampus zijn opgeslagen tot leven kunnen brengen. De trigger kan iets kleins zijn: een harde stem van iemand of diens lichaamshouding , een geluid, een geur, een gevoel dat de ander iets van jou verwacht. Zo’n trigger kan een circuit in de hersenen activeren, waardoor je je gaat voelen op de manier waarop je je voelde toen dat circuit als herinnering in de hersenen werd aangelegd. Oftewel, je gaat je voelen als het kleine kind dat je vroeger onder soortgelijke omstandigheden daadwerkelijk bent geweest.
Dat voelen gaat gepaard met een hele ‘gestalte, een complete vorm van dat kind: compleet met een specifieke lichaamshouding, een manier van denken, een manier van kijken naar en interpreteren van de (volwassen) wereld. Als je het in jezelf ervaart kan je stem ieler worden, meer kinderlijk, je gebaren kunnen meer onbeholpen worden of een zekere hulpeloosheid uitdrukken.
Het kan ook zijn dat je kwaad wordt, als een klein kind: onredelijk, onbeheersbaar in je machteloosheid, je wilt slaan en schoppen om van het ongemak af te komen. Dit komt veel voor in allerlei geweldsuitbarstingen.
Identificatie met een innerlijk kind
Zo’n verandering van je staat van zijn is eigenlijk een verandering van identiteit. Eerst was je de volwassene, zoals je jezelf het beste kent. Door een trigger ga je je niet alleen als een kind voelen, maar je wordt als dat kind. Je vereenzelvigt je, je identificeert je met een kind zoals je vroeger was. Dit gaat meestal volledig onbewust.
Overal waar mensen uit hun volwassen rol vallen, vindt zo’n verschuiving van identiteit plaats. Je kunt dat herkennen aan een verandering van stem, van houding, van gedrag etc.
Als je dit eenmaal in jezelf en anderen gaat herkennen, kan dat heel ontnuchterend werken. Je bent niet altijd die evenwichtige volwassene zoals je je graag naar buiten toe wilt tonen. Vooral als je de neiging hebt je beter, sterker en mooier voor te doen dan je bent, kan het lastig zijn te moeten erkennen dat je je soms – en misschien meer dan je lief is – als een kind gedraagt.
Het goede nieuws: integratie van het innerlijke kind is mogelijk
Het goede nieuws is, dat je zo’n innerlijk kind kunt leren kennen. Door dat te doen krijg je de mogelijkheid dit kind in je volwassen bewustzijn op te nemen, te integreren. Je kunt jezelf dan bv. afvragen wat het kind eigenlijk nodig heeft, niet zozeer van anderen, maar van jou, als volwassene. Het kan zijn dat het kind zich alleen voelt of eenzaam en heeft het jouw aandacht nodig. Of het voelt zich onbegrepen en heeft het jouw begrip en ondersteuning nodig. Of het voelt zich verdrietig en heeft het jouw troost nodig. Vaak wil het kind in je alleen maar erkend en gezien worden. Jij bent de enige die dat werkelijk kan geven, omdat er niemand is die dit kind zo goed van binnen uit kent als jij.
Zo kun je zelf met je innerlijke kind werken, als je jezelf en je eigen ervaringen serieus neemt. Zo werk ik er ook mee in mijn counselingpraktijk.
Word vervolgd (in volgende blog-artikelen).
Interessante literatuur over dit onderwerp
Peter Bernhardt, Marianne Bentzen, Waking the Body Ego, Part 2: Psychomotor Development and Character Structure, in: Ian Macnaughton, Body, Breath & Consciousness, North Atlantic Books, 2004
Ted Usatynski, Instinctive Intelligence, The Primal Wisdom of the Nervous System and the Evolution of Human Nature, Flying Cedar Press, 2009
David J. Wallin, Attachment in Psychotherapy, The Guilford Press, 2007
Geef een reactie