Gedachten vormen een belangrijk deel van ons leven. We staan er niet zo bij stil, maar wat is eigenlijk de bron van gedachten? Waar komen ze vandaan? (1)
Stroom van gedachten
Als ik mijn denken volg, dan merk ik dat er voortdurend een stroom van gedachten door me heen gaat. Het lijkt niet op te houden. Zo op het eerste gezicht volgt de ene gedachte op de andere in een eindeloze reeks van associaties, beelden en ideeën.
Om bij de bron daarvan te komen moet ik op de een of andere manier het beginpunt van die stroom zien te vinden. Ik moet het spoor terug volgen in de tijd. Wat kom ik dan tegen?
Op het eerste gezicht lijkt er een zekere logica en samenhang in mijn gedachten te zitten. Ik zit achter mijn bureau en schrijf deze column. Woorden, flarden van zinnen komen in me op, allemaal rond het thema waar ik over wil schrijven. Ik ben geconcentreerd bezig. Dat lijkt allemaal heel rationeel.
Maar dan ineens voel ik jeuk aan m’n pols en doe ik m’n horloge af. Ik kijk hoe laat het is, ga vervolgens verder met de tekst, maar hoor nu ook het geluid van een zaagmachine in één van de achtertuinen. De logica van mijn gedachten is weg, is veranderd.
Ik ben geneigd om te concluderen dat ik afgeleid ben. Maar in feite laat dit heel goed zien hoe het denken werkt: het springt van het ene thema naar het andere. En het valt me op dat ik daar weinig controle over lijk te hebben.
De irrationaliteit van het denken
Ik zit in een vergadering. Eerst volg ik nog waar het over gaat. Dan dwalen m’n gedachten af naar wat we vanavond gaan eten. O ja, ik zou de boodschappen doen. En over een paar dagen komt m’n pleegvader op bezoek. Hoe zou z’n nieuwe huis eruit zien? Ik zie de plattegrond van de flat voor me, die mijn zus me gisteren doorstuurde. Dan merk dat ik dorst heb en eigenlijk wel wat wil drinken. En het is hier wat muf aan het worden. Zal ik een raam open zetten?…
Herkenbaar? Gedachten komen en gaan. Ze zijn veel minder samenhangend en rationeel dan we geneigd zijn te denken.
Als het denken verstilt
Als ik de gedachtestroom verder terug volg in de tijd, kom ik ook gedachten tegen die nergens mee verbonden lijken te zijn. Je kunt dit goed waarnemen als je mediteert. Als meditatie nieuw voor je is, zal de gedachtestroom zelf vooral je aandacht trekken. Je wordt je bewust van de enorme kracht ervan. Als je vaker mediteert, kan het denken rustiger worden. Je brengt je aandacht naar je adem, als een soort van ankerpunt. Als er vervolgens gedachten in je opkomen, merk je ze op, je gaat er niet in mee, je laat ze los en je richt je aandacht weer op je ademhaling.
Meditatie is een vorm van verstillen. En in die verstilling zie je beter wat er in het denken gebeurt. Het is alsof de film van innerlijke beelden uit steeds kortere fragmenten bestaat. Het denken zelf verstilt.
En ik merk dat ik verstil. Ik zie de spullen op de tafel voor me. De letters op m’n beeldscherm neem ik waar zonder er betekenis aan te geven en zonder dat het idee in me opkomt dat het letters zijn. Ik voel m’n adem, m’n lichaam. Mijn aandacht blijft bij wat ik zoal waarneem, zonder op de inhoud van wat ik waarneem in te gaan. Het is een rustig gewaarzijn, waarin al m’n zintuigen open staan. Er is geen verachting of idee over wat ik zou kunnen horen of voelen.
Dan komt er ineens een gedachte in me op: ik moet met een collega overleggen over een training die we samen gaan geven. Ik zie haar beeld voor me. Ik zou me zo met een nieuwe gedachtestroom mee kunnen laten voeren. Het is aanlokkelijk daarin mee te gaan, maar ik laat het los. M’n aandacht is weer hier, waar ik ben, in een waarnemen zonder denken.
Gedachten komen uit het niets tevoorschijn
Zo werkt het blijkbaar: gedachten komen voort uit stilte, uit een bewustzijn dat leeg is van denken. Eerst is er stilte, niets, en dan ineens is er een gedachte, die uit kan groeien tot een hele stroom vol associaties en verspringingen.
Zo’n eerste gedachte ervaar ik vaak als een ingeving. Ineens is er dat idee, iets wat ik niet eerder heb gedacht. Vaak heb ik de meest creatieve ideeën op momenten dat ik mijn huis verlaat. Ik kom buiten in de frisse lucht, stap op de fiets, en plop, daar is een oplossing voor een vraagstuk waar ik even hiervoor achter m’n bureau mee heb zitten worstelen. Zomaar, uit het niets. En die oplossing overstijgt altijd wat ik eerder heb zitten te bedenken.
Ruimte tussen gedachten
Als ik goed kijk, dan blijkt dit ‘niets’ ook een rol te spelen bij de overgangen in mijn denken van het ene onderwerp naar het andere. Vaak is daar even een korte pauze in het denken, een ruimte tussen gedachten. Dat kan een fractie van een seconde zijn. Het zijn korte momenten van leegte, waardoor ik in meditaties opmerk dat ik weer ben meegezogen in een gedachtestroom. In die leegte ben ik mezelf weer gewaar, alsof ik wakker word uit een droom. Als ik opgeslokt ben door gedachten leef ik dus eigenlijk in een droom…
Waar het denken stil is
De bron van gedachten is eigenlijk iets heel mysterieus. Uiteindelijk komen ze, als ik de stroom naar het begin volg, voort uit stilte, uit leegte, uit niets, hoe je het ook maar noemen wilt. En interessant is dat ik helemaal geen greep op hun ontstaan blijk te hebben. Zelfs als ik me voorneem om me ergens op te concentreren, hoe ontstaat dit voornemen? Dat is ook een gedachte. Waar komt die vandaan? Waarom denk ik dat juist op dit moment? Waarom niet eerder of later?
Is dit niet fascinerend? Ik vermoed dat de beste ideeën, de grootste uitvindingen, de diepste inzichten geboren, de verste visioenen, uit deze stilte voorkomen. Daar waar het denken stil is.
© Chris Elzinga, 30 maart 2021
Noten
(1) Dit artikel is een geredigeerde versie van de column die eerder op 1 januari 2017 is gepubliceerd op de site van Vive Levenskunst.
De eerste foto is
De tweede afbeelding is ook verkregen via Pixabay.
Geef een reactie