Zoveel mensen hebben een gebrekkig gevoel van eigenwaarde. Hoe komt dat eigenlijk? En hoe kun je jezelf vanuit die positie weer gaan waarderen voor wie en wat je bent, als persoon en als mens? (1)
Mensen met weinig eigenwaarde krijgen soms het goedbedoelde advies: “Je moet gewoon meer van jezelf houden.” Dat is mooi gezegd, maar hoe houd je van jezelf als je jezelf niet echt waardevol vind? Hoe kun je vanuit deze positie een gevoel van eigenwaarde krijgen? Is dat te ontwikkelen?
De noodzaak van spiegeling
Wanneer je heel jong bent krijg je een gevoel van waarde doordat degenen die je verzorgen waarderend met je omgaan. Je doet je eerste stapjes, je zegt je eerste woordjes, je doet iets wat fijn is in de ogen van je verzorgers. Ze geven complimentjes, je voelt hun aanmoediging, je krijgt hun erkenning. Je neemt dat in je op en je voelt je er goed door. Zo leer je in de spiegeling door je verzorgers dat je van waarde bent.
Die waardering gaat vaak over wat je doet. Als je geluk hebt gaat het ook over wie en wat je bent. En als je pech hebt, krijg je die waardering zelden of nooit…
Autoriteiten buiten jezelf
Later krijg je op school op een nieuwe manier met waardering te maken. Je leraar of lerares – een autoriteit buiten jou – bepaalt jouw waarde in de vorm van cijfers. Daar moet je natuurlijk wel voor presteren. Als je dat niet doet, ben je iemand die ‘niet mee kan komen’, je wordt dan als dom of lui of onhandelbaar gezien.
En dat gaat verder in je werkzame leven. Je krijgt beoordelingsgesprekken bij een werkgever of bij instellingen als het UWV. Opnieuw is er een externe autoriteit die bepaalt wat jouw waarde is. Wie je bent als persoon is niet zo belangrijk; uiteindelijk gaat het ook hier om wat je presteert.
Door deze ervaringen zijn we geneigd onze waarde te zoeken in waardering van buiten en in onze prestaties. Als we erkenning en waardering van anderen krijgen, voelen we ons goed. Als we die niet krijgen, kunnen we ons leeg gaan voelen, zonder betekenis, waardeloos of slecht. Omdat de waardering van anderen niet altijd positief is en omdat we niet altijd goed presteren, is eigenwaarde voor de meesten van ons geen stabiel gevoel. Het moet steeds gevoed worden door waardering van buiten. En het moet ook steeds verdiend worden.
Innerlijke criticus, de innerlijke autoriteit
Naast allerlei autoriteiten buiten onszelf is er ook nog een innerlijke autoriteit. Die wordt ook wel de ‘innerlijke criticus’ genoemd, de ‘innerlijke rechter’ of het ‘superego’. Dat is een deel van jou dat voortdurend bezig is je de maat te nemen. Deze criticus stelt hoge eisen aan jou en is niet gauw tevreden. Het is de innerlijke commentaarstem die van alles en nog wat van jou vindt. Die geeft boodschappen af als: “Wat ben je weer dom bezig”, “Nou doe je het weer!”, “Je kunt het ook helemaal niet!”, “Kun je het nou nog niet?”, “Je gedraagt je als een kind!” etc. Het zijn afwijzende uitspraken van jouw vroegere verzorgers, leraren, vriendjes etc. die je hebt verinnerlijkt en waarin je bent gaan geloven.(2)
Eigenwaarde kan groeien waar het oordeel stopt
Je eigenwaarde wordt in feite ondergraven bij elke afwijzing door de innerlijke criticus. Daarom is het belangrijk om je bewust te worden hoe die zelfafwijzing in jou werkzaam is. Dit betekent: de boodschappen van de criticus gaan herkennen, gaan beseffen dat ze je klein maken, dat ze je een gevoel van minderwaardigheid geven. Eigenlijk kloppen ze zelden!
Bij mij kreeg eigenwaarde pas een kans toen de innerlijke criticus wat begon te verstommen. Ik ging zien dat mijn innerlijke criticus eindeloos allerlei oude boodschappen herhaalt, boodschappen die in feite nergens op slaan. Eén daarvan was het idee dat ik waardeloos ben als ik in een groepsdiscussie niets bijdraag. Van mijn criticus moest ik altijd iets ‘slims’ zeggen, pas dan voelde ik me waardevol. Ik weet nu dat mijn waarde daar niet van afhangt. Dat is een heel proces geweest, dat nog steeds aandacht vraagt.
Mezelf zijn in wie en wat ik ben
Meditatie, mindfulness en open zelfonderzoek hebben me enorm geholpen om te leren zien hoe het superego mijn eigenwaarde ondergroef. De stroom van gedachten zijn afgenomen, het werd een stuk rustiger in mijn hoofd, gaandeweg ging ik me meer ontspannen. In die ontspanning ging ik me tevredener voelen en gelijkmoediger. Er kwam meer ruimte voor zelfacceptatie. Ik hoefde me niet zo nodig meer te bewijzen en werd minder vatbaar voor waardering van buiten mijzelf.
In die combinatie van tevredenheid en ontspanning ervaar ik eigenwaarde. Het is een ‘ja’ zeggen tegen mezelf: ja, ik hoef niet anders te zijn dan ik ben, het is helemaal goed zoals ik ben, met al mijn mogelijkheden én beperkingen. Vanuit deze ervaring is het volkomen duidelijk dat de bron van eigenwaarde in mijzelf te vinden is, in wie en wat ik ben, in mijn essentie.
Daar komt geen externe autoriteit aan te pas en ook geen interne! En die waardering stroomt over naar andere mensen toe, voor wie en wat zíj zijn. Ik kan die waardering ook geven omdat er in mij geen tekort aan waarde is. In contact met mijn eigen essentie zie ik ook hún essentie. Zo werkt dat met bronnen: als die eenmaal gaan stromen, is er geen houden meer aan!
© Chris Elzinga, 23 april 2021
Noten
(1) Dit artikel is een herziene versie van de column die eerder op 1 juli 2017 is gepubliceerd op de site van Vive Levenskunst.
(2) Over de innerlijke criticus en hoe je daar mee om kunt gaan heb ik een serie blogartikelen geschreven.
Beide afbeeldingen zijn van
Geef een reactie