Dit is het 5e artikeltje in een serie van 6 over ‘werken met innerlijke kinderen’. Als je open kunt staan voor de gevoelens van het kind in je en het kind begint jou te vertrouwen, dan kan een innerlijke dialoog plaatsvinden, waarmee de afsplitsing van het kind geleidelijk opgeheven wordt. Hoe gaat zo’n innerlijke dialoog?
Wat hieraan voorafging
In de vorige 2 artikeltjes in deze serie heb ik beschreven dat het vaak voorkomt dat mensen innerlijke kinderen in zichzelf afwijzen vanwege onaangename gevoelens en emoties die ze met zich meebrengen. Er kan pas wat in die afwijzing veranderen als je je voor die gevoelens – en dus ook voor zo’n innerlijk kind – open stelt. Vervolgens kan het zijn dat je merkt dat het kind jou wantrouwt, omdat je het nooit aandacht hebt gegeven. Het is dan zaak om aan dit kind liefdevolle en betrouwbare aandacht te geven. Als het kind zich dan voor jou opent is het ‘speelveld’ klaar voor de volgende stap: de innerlijke dialoog tussen jou als volwassene en het innerlijke kind.
Innerlijke dialoog m.b.v. een Gestalt-opstelling
Je kunt nu verder met het onderzoek naar wat er eigenlijk aan de hand is. Waarom speelt dit kind in bepaalde situaties zo op? Wat is de trigger? Waarom verlies je als volwassene zo de regie? Dit kun je te weten komen als je als volwassene in gesprek gaat met zo’n kindsdeel.
Hiervoor zijn Gestalt-opstellingen heel geschikt, zoals ik die in de vorige artikeltjes heb beschreven. Je stelt dan 2 stoelen tegenover elkaar op; de ene stoel staat voor de volwassen positie, de andere voor de kindpositie. Door van stoel te wisselen, krijg je de gelegenheid de situatie die je onderzoekt vanaf het perspectief van de ander te bekijken.
Het is belangrijk dat je dit het hele onderzoek vanuit een volwassen bewustzijn/gewaarzijn doet. Dit bewustzijn heeft een zekere rust en stabiliteit; je overziet wat er gaande is en je laat je niet gemakkelijk van de wijs brengen. Steeds besef je wat er gaande is.
Invoelen in het kind
Dus als je invoelt in de positie van het kind, is er ook altijd een (volwassen) bewustzijn van die positie. Als je de gevoelens van het kind ervaart, ook al zijn ze heftig, blijf je ervan bewust dat dit gevoelens van dit kind zijn. Jíj voelt ze ook, als volwassene. Dat kan ook niet anders, want in feite zijn jij – de volwassene die je bent – en het kind één. Voor het onderzoek is het echter belangrijk de beide posities te onderscheiden en een stem te geven. Dat geeft een grotere helderheid. Het (volwassen) bewustzijn of gewaarzijn van beide posities zorgt ervoor dat er geen afsplitsing plaatsvindt.
Wees in de positie van jou als volwassene nieuwsgierig. Wat zie je in het kind? Hoe raakt het jou? Waar voel je dat? Spreek je uit naar het kind. Zeg bv.: “Ik zie dat je verdrietig/boos/eenzaam/… bent. Ik vind het zo naar voor je. Ik voel het ook helemaal in mezelf.” En kijk hoe dit aankomt bij het kind. Laat van hieruit de innerlijke dialoog ontstaan door regelmatig van positie/stoel te wisselen. En zie wat er gebeurt. Laat je verrassen!
Erkenning van gevoelens is cruciaal
Meestal is het kind in het begin behoorlijk gespannen. Het ervaart de stress, de angst, de boosheid die verband houdt met de situatie waardoor dit kind is opgeroepen. Daar klinken ook de ervaringen met soortgelijke situaties in het verleden in door. Waar het op aankomt is, dat je als volwassene gaat begrijpen wat er in dit kind omgaat, wat het voelt, waarom het die emoties zo ervaart. Als dat begrip er is, geef het dan erkenning van zijn/haar gevoelens. Dan kan het kind zich gaan ontspannen. Eindelijk wordt het gehoord! Dit is waar het al die tijd op heeft zitten wachten!
Het is cruciaal dat jij als volwassene die erkenning geeft. Jij bent nl. de enige op hele wereld die precies aanvoelt wat dit kind doormaakt en heeft doorgemaakt! Niemand voelt dat zo goed aan als jij, omdat jij en het kind in feite één zijn. Niemand kan het kind daarom zo troosten als jij. Daarom is troost van iemand anders nooit echt effectief.
Erkenning van behoeften van het kind
Vrijwel altijd komt in de innerlijke dialoog de vraag naar voren: Wat heeft het kind eigenlijk nodig? Wat is zijn/haar behoefte? Dat is afhankelijk van de leeftijd van het innerlijke kind waar je mee te maken hebt.
Heel jonge kinderen (van 0 tot 4 jaar) hebben naast erkenning van hun gevoelens meestal een grote behoefte aan troost. Die behoefte is vaak heel fysiek. Ze verlangen naar lichamelijk contact. Als ze de leeftijd van een baby hebben willen ze vaak gedragen worden of ze willen helemaal in je opgaan, in je hart gedragen worden bijvoorbeeld. Ze verlangen naar jouw lichaamswarmte, jouw zachte en tegelijkertijd stevige aanraking, van vel-op-vel; dat geeft hen vertrouwen. Zo kunnen ze zich het beste ontspannen.
Als het om een iets ouder kind gaat (vanaf 1½ jaar), kan het zijn dat het in je verbeelding ineens bij je op schoot kruipt of naast je gaat zitten en zich tegen je aandrukt. Het zoekt jouw nabijheid in jouw aanraking. Het wil de vertrouwensvolle ouder kunnen voelen die echt betrokken is en echt van dit innerlijke kind houdt.
Nog oudere kinderen zoeken ook troost, maar de behoefte is vaak minder fysiek. Ze zoeken meer je begrip, waardering en bescherming. Het kan zijn dat ze willen dat je iets in je leven verandert, waardoor zij meer ruimte krijgen om zichzelf uit te drukken. Besef dan dat dit een deel van jou is dat niet eerder die ruimte heeft gehad. Het kan heel verhelderend zijn te ontdekken wat dit kind uit wil drukken. Je kunt dan bekijken of dit ook een aspect is dat je in jouw leven mist.
Afronding van de innerlijke dialoog: het kind komt in beweging
Het is heel apart wat ik met veel mensen meemaak die zo’n innerlijke dialoog met zichzelf aangaan. Keer op keer zie ik dat in de verbeelding van de volwassenen de innerlijke kindjes gaan spelen als ze eenmaal ontspannen zijn. Zo doen kinderen dat: als ze getroost zijn komt hun natuurlijke nieuwsgierigheid en levendigheid naar boven, en gaan ze spelen! Soms zit de volwassene daar wat beduusd naar te kijken, nog enigszins bevangen door de intensiteit van het proces. Kinderen zijn zoveel flexibeler en veerkrachtiger dan we denken! Dat is ook een grote troost. Want dit betekent dat heling daadwerkelijk plaats kan vinden!
© Chris Elzinga, 24 maart 2017
Meer over dit onderwerp
In mijn laatste blog in deze serie beschrijf ik hoe de integratie van kindsdelen in het volwassen bewustzijn verder plaats vindt en hoe dat bijdragen tot heling en heelwording.
Ingeborg Bosch schrijft in een van haar boeken dat het vaak niet eens traumatische situaties zelf die de ziel van het kind zo verlammen, als wel het feit dat het daarna niet voldoende opgevangen en getroost is. Die spanning zet zich vast in de psyche en in het lichaam van het kind en uit zich vervolgens als een kwetsbaarheid voor specifieke invloeden van buiten. Deze spanning komt vrij in het werk zoals ik dat doe met innerlijke kinderen. Daarom leidt dit werk tot diepe ontspanning van de ziel.
De andere artikeltjes in deze serie zijn:
Werken met innerlijke kinderen (1): Herkennen van het innerlijke kind als identiteit
Werken met innerlijke kinderen (2): Activeren van de innerlijke waarnemer
Werken met innerlijke kinderen (3): Je openen voor gevoelens van het kind
Werken met innerlijke kinderen (4): Het vertrouwen van het kind winnen
Werken met innerlijke kinderen (6): Integratie van kindsdelen
Geef een reactie